Altijd gehouden van handwerk. Al van jongs af aan.
Op de lagere school kregen we handenarbeid. Jongens en meisjes moesten zowel de ene week breien als de andere week figuurzagen. Progressieve meester hadden we toen in een periode waarin gendergelijkheid nog niet ter sprake kwam. Hij liep voor op zijn tijd.
Ik was handig in de twee maar met het breien mocht ik de 'naaimadam', een oudere vrouw uit het dorp die om de veertien dagen kwam, soms helpen met het her-breien want die jongens die bakten er niet zoveel van. Ik herinner mij vooral plakkende naalden waar de steken niet meer naar voren schoven en werkstukjes die als vanzelf hun steken meerderden of minderden waardoor er trapeziums ontstonden in plaats van mooie rechthoekige lapjes. Ik was best wel fier dat ik haar mocht assisteren. Zo leken die diertjes die we breiden ook echt op dieren in plaats van rare gedrochten van een andere planeet.
Het gaf me zelfvertrouwen.
Na de lagere school naar het middelbaar. In dat allereerste jaar kregen we nog naailes. Dik tegen de zin van iedereen, behalve voor mij. Waar anderen nog sukkelde om een draad in de naald te krijgen, zat ik al gezwierd te naaien. De opdracht was : maak een applicatie. Je weet wel, zo'n tafereeltje maken met lapjes stof waarbij je de omtrek van de figuur met een festonsteek vast naait. Hoe hard ik ook mijn best had gedaan, op het einde van de rit kreeg ik maar een 6 op 10 voor een werkje dat tot in de puntjes af was. Ik weet nog goed dat er een vriendinnetje naast me stond die 9 op 10 kreeg voor een beduimeld werkje waarvan de stof aan alle kanten trok omdat ze haar steken veel te vast had aangehaald en er zaten vuile vlekken op. Ik vroeg om uitleg. De leerkracht zei simpelweg dat ze niet kon geloven dat ik dat helemaal alleen had gedaan. Ik was verbouwereerd. Ze had me toch zien werken in de klas?
Mijn zelfvertrouwen kreeg een knauw.
Dit voorval heeft zich ergens in een hoekje van mezelf genesteld om af en toe de kop op te steken en een zeer kritische blik te werpen op mijn beeldhouwwerk. Ik ervaar regelmatig het gevoel of de vraag : is het wel goed genoeg wat ik maak?
Natuurlijk, een beetje kritisch zijn kan geen kwaad. Jezelf en je werk in vraag stellen is een deel van het proces en is ook noodzakelijk om dieper in jezelf en je materie door te dringen. Maar er zijn zo van die gebeurtenissen die hun sporen geniepig achter laten en die jaren later nog doorwerken waarbij de vraag gepast en ongepast naar boven plopt.
Ik probeer tegenwoordig die kritische ik met meer mededogen en acceptatie naar mezelf te laten kijken. Soms is goed gewoon goed genoeg. Niet elk werkstuk is een pronkstuk maar af en toe zit er best wel een kunstwerk in. Ik heb daar niet de bevestiging van anderen voor nodig. Ik kan dat zelf bepalen.
En dan repeteer ik voor mezelf :
Ik ben goed genoeg als ik gewoon mijn best doe.
Ik ben goed genoeg.
Ik ben genoeg
Ik ben.
Wil je ook een boost in je zelfvertrouwen? Dan ben je welkom op mijn workshops : beeldhouwen met gevoel. Het eerstvolgende open atelier is op zaterdag 11 juni en in de grote vakantie op 23-24 juli en 6-7-20 augustus.
Comments